Wolf Hall

Thomas More, niet bepaald een goede vriend van Thomas Cromwell, zegt: 'Sluit Cromwell op in een kelder en je kunt er donder op zeggen dat als je terugkomt, hij op een fluwelen kussen nachtegalentongetjes aan het verorberen is, terwijl de rest van de gevangenen hem geld schuldig is.'
Engeland in de 1520-er jaren is een haar verwijderd van rampspoed. Als de koning overlijdt zonder mannelijke troonopvolger, zou dat een burgeroorlog en destructie betekenen. Hendrik VIII wil zijn huwelijk ongeldig laten verklaren en met Anna Boleyn trouwen. De paus en het grootste deel van Europa zijn er tegen. Dit verzoek om die vrijheid te mogen hebben, maakt zijn adviseur Kardinaal Wolsey kapot, waarmee een machtsvacuüm ontstaat en een impasse.
Het is Thomas Cromwell die in deze impasse stapt. Zoon van een brute smid, een politiek genie, een omkoper, een mannetjesputter en een charmeur. Hij heeft met alle regels van een rigide maatschappij gebroken in zijn stijging naar waar de macht is, en is bereid er nog wat meer te breken. Hij staat op uit de ruïne van privérampspoed - het verlies van zijn jonge gezin en het verlies van Wolsey, zijn geliefde baas - en vindt buitengewoon behendig zijn weg naar en door het koninklijk hof, waar 'man is wolf to man'. Tegen alles en iedereen in is hij bereid Engeland te hervormen naar zijn eigen en Hendriks wensen.